In Niet gecategoriseerd

7. Installatievoorschriften


Bij de bovenstaande pomp is gelet op de volgende belangrijke aandachtspunten bij de installatie:
– Excentrisch verlopende zuigleiding (A).
– Zuigleiding loopt op naar de pomp, zodat zich in de zuigleiding geen lucht kan verzamelen (B).


7.1 Pomp zuigt lucht aan doordat de zuigleiding onvoldoende onder het vloeistofoppervlak is gemonteerd.

– De zuigleiding is voldoende diep onder het vloeistofniveau aangebracht (C).
– Er is gebruikt gemaakt van een voldoende wijde bocht (D).
– De zuigleidingdiameter is groter dan de zuigflens van de pomp (E).
– De totale zuigverliezen bedragen niet meer dan vijf – zes meter. Hierdoor hoeven we geen problemen met de NPSH te verwachten (F).
– De zuigleiding hangt niet aan de pomp, maar is spanningsvrij aangesloten doordat hij ondersteund wordt (G).


7.2 Installatieschema voor dompelpompen.

Bij de bovenstaande dompelpomp is gelet op de volgende belangrijke aandachtspunten bij de installatie:
– Plaatsen van een terugslagklep (1).
– Er is gebruik gemaakt van een vlotter die voldoende vrije ruimte heeft tot de wand, zodat de vlotter niet vast kan komen te zitten (2).
– Koppeling om de leiding te kunnen demonteren (3).
– Plaatsen van een afsluiter (4).
– De pomp is op een verhoging in de put geplaatst (5).
– Minimale aanbevolen afstand voor een Vortex uitvoering (*).


7.3 Installatieschema voor bronpompen.

Bij de bovenstaande bronpomp is gelet op de volgende belangrijke aandachtspunten bij de installatie:

  • de bronpomp (1);
  • de persleiding (2);
  • de voedingskabel van de bronpomp (3);
  • de schakelkast (4);
  • de terugslagklep (5);
  • een manometer (6);
  • een afsluiter (7);
  • elektronische droogloopbeveiliging (8);
  • kabelbevestiging (9);
  • de voedingskabel van de schakelkast (10);
  • de watervoorziening (11).

 

Let bij de bovenstaande bronpompinstallatie op de volgende belangrijke punten tijdens  het installeren:

  • De schakelkast moet voorzien zijn van een hoofdschakelaar en een kortsluitbeveiliging.
  • Er moet tien meter boven de pomp in de persleiding een terugslagklep geplaatst worden. Daarna moet er bij iedere 30 – 50 meter extra lengte persleiding steeds een extra terugslagklep geplaatst worden.
  • Verder moet de installatie voorzien zijn van een droogloopbeveiliging, een afsluiter en een drukregeling.
  • De voedingskabel moet om de 3 – 6 meter aan de persleiding gemonteerd worden.
  • Houd altijd een veilige afstand aan tussen de bronpomp en de onderkant van de bron.
  • Zorg ervoor dat tijdens pompbedrijf de vloeistof met minimale snelheid van 8 cm/sec door de pomp stroomt.
  • Wees er zeker van dat het vloeistofniveau altijd minimaal een meter boven de persopening van de bronpomp staat.
  • Bevestig als veiligheid een roestvrije staalkabel aan de pomp, zodat er geen kans bestaat dat bij lostrillen de pomp onderin de bron verdwijnt.

Start typing and press Enter to search