Het bepalen van de correcte draairichting bij zware dompelpompen gaat als volgt:
– Tref de nodige voorzorgsmaatregelen (bijvoorbeeld isolerende handschoenen) om te voorkomen dat een gebrekkige isolatie in combinatie met een ondoeltreffende aarding aanleiding kan geven tot elektrische ontladingen voor de gebruiker.
– Buig de pomp naar één kant en druk even op de startschakelaar. De pomp zal een terugstoot ondergaan in de tegenovergestelde richting dan de draairichting. Als de terugstoot tegen de wijzers van de klok in is, draait de motor in de juiste richting. Als dit niet het geval is, moeten de beide fases op de klemmenplaat met elkaar verwisseld worden. (Let op de pijl op het pomphuis die de draairichting aangeeft.)
Onderstaande waaier van een dompelpomp heeft in een vloeistof gedraaid die duidelijk zijn sporen heeft achtergelaten op het oppervlak van de waaier.
Door deze aanslag op de waaier is vast te stellen wat de draairichting van deze waaier geweest is. Bij een waaier die de juiste kant opdraait, zal de vervuiling aan die kant van de waaier zitten waar de vloeistof de waaier verlaat. Bij deze waaier zou dat de linkerkant moeten zijn.
17.8 Voorbeeld van een waaier waaraan duidelijk de draairichting te herkennen is.
Maar op de foto is duidelijk te zien dat er een witte aanslag aan de rechterkant van de waaierschoep zit en dat de linkerkant bijna schoon is. Deze waaier heeft dus voor 100% zeker de verkeerde kant opgedraaid. In de praktijk zullen de sporen die de draairichting van de waaier verraden, niet altijd zo duidelijk zichtbaar zijn. Nu duidelijk is waarop gelet moet worden, kan ook in die situaties in veel gevallen een juiste diagnose gesteld worden.